Zo versterkt STO het techniekonderwijs in onze regio, ook in coronatijd
De landelijke overheid initieerde STO vanwege het teruglopende aantal leerlingen dat de techniek instroomt. Tegelijkertijd neemt de behoefte aan technische vakmensen in ons land hard toe. De regering investeert daarom sinds 2018 miljoenen euro’s extra in techniekonderwijs op het vmbo. In 2020 startte ook de uitvoering van regionale plannen van vmbo-scholen, mbo-instellingen, het bedrijfsleven en de regionale overheid. Het doel laat zich raden: sterk techniekonderwijs.
Trots
Coronamaatregelen en lockdowns zorgden echter dat veel plannen het afgelopen jaar de koelkast in moesten. Dat wil niet zeggen dat er niks gebeurde. “We hebben, misschien júist wel door corona, heel veel kunnen doen in de voorbereiding”, vertelt projectleider Jan ten Napel van Sterk Techniekonderwijs NOO. “We hebben plannen geschreven voor nieuwe soorten onderwijs. Deze periode gaf ons de tijd en mogelijkheid om die voorbereidingen echt in gang te kunnen zetten. Ik ben heel trots op wat wij hebben ontwikkeld.”
Keuzevakken
Ten Napel doelt op verschillende keuzevakken zoals Circulair Bouwen, Industriële Robotica, Elektrische Voertuigen en Duurzame Energie. Dit nieuwe onderwijs wordt geïntegreerd in de drie bestaande techniekprofielen - Bouw, Wonen & Interieur (BWI); Produceren, Installeren en Energie (PIE) en Mobiliteit & Transport (M&T). Als voorbeeld noemt Ten Napel het profiel PIE.
“Vanuit de regio, waar de maakindustrie sterk vertegenwoordigd is, kwam het verzoek om onderwijs te ontwikkelen dat aansluit bij de ontwikkelingen in de bedrijven. En dat gericht is op de automatisering in robotisering in de sector. Daarom hebben we het nieuwe keuzevak Industriële Robotica ontwikkeld met het bedrijfsleven. Daar leren zij bijvoorbeeld om te werken met een programmeerbare cobot (collaboratieve robot, red.) en toepassingen daarvoor te herkennen. Het is ook de bedoeling dat het bedrijfsleven hierbij intensief begeleidt, gastlessen verzorgt en bedrijfsbezoeken organiseert.”
W&T-loket
Die samenwerking met bedrijven moet later dit jaar, wanneer de coronasituatie het weer toelaat, echt vorm gaan krijgen. Momenteel blijft dat beperkt tot individuele stages van leerlingen. Daarnaast heeft STO NOO ook plannen klaarliggen voor het primair onderwijs (PO). “We hebben een basis neergelegd om de samenwerking in de regio vorm te geven”, legt Ten Napel uit. “Zo hebben we de website W&T-loket Noordoost-Overijssel opgezet, waar alle wetenschaps- en technologieactiviteiten voor basisschoolleerlingen gebundeld staan. Het is nu wachten tot dat we daarmee van start kunnen.”
Kampen
Ook in Kampen heeft STO niet stilgezeten. “Corona heeft wel voor vertraging gezorgd, omdat een aantal bedrijven even helemaal stil kwam te liggen”, vertelt projectleider Clemens Rekveldt van STO Regio Kampen, tevens vakdocent op het Ichthus College. “Die gesprekken zijn we nu weer aan het oppakken. We hebben de aandacht het afgelopen jaar meer intern gericht. Zo hebben we een groot Techlab geopend in onze school: een multifunctionele technologische ruimte. Daar staan onder meer lasersnijders, een hele wand vol 3D-printers, een robotica-arm en VR-mogelijkheden. Alle leerlingen in de onderbouw krijgen hier les.”
Voor Sterk Techniekonderwijs werkt het Ichthus College samen met de andere Kamper scholen Pieter Zandt en het Almere College. Hoewel iedere school de uitvoering voor eigen rekening neemt. “Op het Ichthus en Almere College hebben drie docenten dit in de afgelopen periode vormgegeven”, legt Rekveldt uit. “Zij zijn fulltime bezig geweest met lesstofonderdelen en -materialen. Daardoor hebben we daar nu een behoorlijk lesprogramma klaarliggen.”
Gedragsverandering
Sinds de leerlingen weer naar school kunnen, krijgen ze les vanuit het Techlab. “Dat bevalt erg goed”, aldus Rekveldt. “Alleen de sfeer al. We zien gelijk ook een gedragsverandering bij onze leerlingen. Ze gaan veel enthousiaster met technologie bezig.”
Het techlab heeft ook een inspirerende functie voor docenten. “We zien nu dat docenten bijvoorbeeld VR gebruiken in hun lessen, doordat ze in het Techlab hiermee ervaring hebben opgedaan. Een mooie vakoverstijgende ontwikkeling.”
Basisscholen
Ook in Kampen zoekt STO nadrukkelijk het contact met de basisscholen. “We hebben nu gesprekken hoe we die samenwerking precies kunnen invullen”, vertelt Rekveldt. “We starten met vijf enthousiaste pilotscholen. Samen met deze scholen willen we onderzoeken hoe we techniek en technologie in een doorlopende leerlijn naar het VO kunnen aanbieden. Het PO heeft ons kennis en ervaring te bieden en vanuit het project kunnen wij het PO ondersteunen. We hopen dat hier een goede duurzame samenwerking uit voortvloeit.”
Toekomst
STO loopt in principe door tot in 2023. Rekveldt verwacht en hoopt echter dat de subsidie ook daarna doorgaat. “Ons werk is eigenlijk nooit klaar. De maatschappij verandert en ook de technologie. De ontwikkelingen staan niet stil, dus wij ook niet.”